Vlissingen

De gemeente Vlissingen is van plan om in de week van 13 tot en met 17 januari 2014 de
groenvoorziening in de 'rode buurt' te Vlissingen "om te vormen".
Dit houdt in dat alle bestaande beplanting wordt verwijderd en door nieuwe wordt vervangen.
Op sommige plaatsen wordt de beplanting zelfs niet vervangen maar bestraat. Volgens de gemeente is de periode van november tot half maart, het beste tijdstip voor deze
werkzaamheden. Afgelopen vrijdag ontvingen de bewoners van de rode buurt daar een brief
over.

In deze buurt leeft een groot aantal egels. De groenvoorziening biedt hen een plek voor de winterslaap. U zult begrijpen dat de voorgenomen werkzaamheden fatale gevolgen voor deze beschermde dieren zullen hebben.

Naar aanleiding van enkele verontruste inwoners stellen wij de volgende Schriftelijke vragen ex art.41               23-12-2013

vragen:
De gemeente Vlissingen is van plan om in de week van 13 tot en met 17 januari 2014 de groenvoorziening in de 'rode buurt' te Vlissingen "om te vormen".
Dit houdt in dat alle bestaande beplanting wordt verwijderd en door nieuwe wordt vervangen. Op sommige plaatsen wordt de beplanting zelfs niet vervangen maar bestraat. Volgens de gemeente is de periode van november tot half maart,het beste tijdstip voor deze werkzaamheden. Afgelopen vrijdag ontvingen de bewoners van de rode buurt daar een brief over.
In deze buurt leeft een groot aantal egels. De groenvoorziening biedt hen een plek voor de winterslaap.

1) Is het college het met ons eens dat uitgerekend deze periode niet geschikt is om iets aan de groenvoorziening te doen?
2) Is het college het met ons eens dat de voorgenomen werkzaamheden, fatale gevolgen voor deze beschermde dieren zullen hebben.

Verder:

In artikel 11 van de Flora- en faunawet staat: Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. En de egel is een beschermde inheemse diersoort als bedoeld in artikel 4, lid 1a van de Flora- en faunawet.
3) Is het college op de hoogte van art. 11 zoals boven omschreven?
4) Hoe gaat het college hier mee om?

Namens de SPfractie: Sem Stroosnijder & Hans de Lange