h

Vragen controle reïntegratiebureaus door de gemeente

30 juni 2008

Vragen controle reïntegratiebureaus door de gemeente

De SP-fractie in de gemeenteraad heeft onlangs een aantal vragen gesteld aan het college betreffende de controle van re-integratiebureaus.Hieronder kunt u de vragen en antwoorden vinden.

Naar aanleiding van de door u ingediende vragen over de controle van reïntegratiebureaus door de gemeente, kan ons college u het volgende aangeven:

1.Inspecteert de gemeente Vlissingen regelmatig de door haar ingeschakelde reïntegratiebureaus?
Zo nee, waarom niet?
Zo ja, hoe vaak vinden deze inspecties plaats? Waaruit bestaan deze inspecties? Is het College bereid de raad inzage te geven in de rapportages van de inspecties?
Er vindt geen inspectie plaats van reïntegratiebureaus. Dit omdat afspraken contractueel en meetbaar worden vastgelegd, zodat op die manier verantwoording kan worden verkregen. Door het invoeren van contractmanagement per 1-09-07 is er wekelijks contact en controle over de voortgang, de resultaten en de uitvoering bij de reïntegratiebedrijven die de SDWerkbanen uitvoeren. (Wel zijn werkbezoeken gebracht aan de werkfabrieken van Maecon en Fourstar)

2.Welke voorwaarden stelt het College aan reïntegratiebureaus, bijvoorbeeld als het gaat om expertise, contacten met werkgevers, bereikbaarheid en omgang met cliënten?
De voorwaarden die gesteld worden aan reïntegratiebureaus zijn o.a.
bereikbaarheid voor klanten (dus veelal op Walcheren)
expertise voor de desbetreffende doelgroep die aangeboden wordt
Ervaring en opleidingsniveau van de uitvoerenden
Inschrijving bij beroepsregister of de KvK
Kennis van de lokale arbeidsmarkt
Aantoonbare aanwezigheid van een lokaal (werkgevers)relatienetwerk
Bekendheid met de lokale sociale kaart en het “activeringsnetwerk”
Het reïntegratiebedrijf dient te beschikken over:
een privacyreglement;
een klachtenreglement;

3.Voldoen de reïntegratiebureaus in Vlissingen aldus aan de eisen?
Zo ja, waaruit blijkt dat?
Zo neen, aan welke eisen niet en wat is daarvan de reden?
Deze eisen worden vastgelegd in een overeenkomst met het reïntegratiebedrijf. In de aanbieding/offerte van het reïntegratiebedrijf dient zij deze zaken schriftelijk aan te tonen.

4.Wat zijn de resultaten van de ingezette trajecten? Hoeveel mensen hebben via reïntegratie werk verkregen?
In totaal zijn 297 mensen uitgestroomd naar arbeid in dienstbetrekking. Een direct verband tussen een reïntegratietraject en uitstroom is niet altijd aan te tonen. Immers, de klant kan ook door eigen toedoen, of toedoen van zijn/haar omgeving werk vinden. Wat dan de bijdrage van het traject in het geheel is geweest is moeilijk aan te geven.

5.Hoe duurzaam is dat werk, met andere woorden: hoeveel mensen zijn na reïntegratie op de uitkering teruggevallen?
Van individuele trajecten is dit cijfer niet beschikbaar. Van de trajecten SDWerkbaan in 2007 is 46% niet bemiddeld naar werk, een groot deel hiervan valt terug in de uitkering (een deel niet: wegens verhuizing of het zelf in eigen middelen voorzien)

6.Was het verkrijgen van werk het doel bij reïntegratie, of was het doel ‘sociale activering’? Wat is de verhouding tussen die twee doelen als het gaat om de uitkomsten van reïntegratie?
Reïntegratie heeft als doel werk of sociale activering. SDWerkbanen hebben altijd als doel werk. MMM-trajecten hebben als doel sociale activering, het aantal uitstaande trajecten ultimo 2007 is 45.

7.Selecteert de gemeente Vlissingen reïntegratiebureaus op grootte en specifieke deskundigheid per doelgroep?
Zo nee, is het College bereid om daartoe – na afloop van de huidige contract(en) – alsnog over te gaan?
Niet op grootte, wel op specifieke deskundigheid. Zie ook het antwoord op vraag 2. Selecteren op grootte zal ook in de toekomst vooralsnog niet aan de orde zijn.

Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Vlissingen

U bent hier