Beantwoording vragen inzake vervoer gevaarlijke stoffen
Beantwoording vragen inzake vervoer gevaarlijke stoffen
In uw ongedateerde brief, ingekomen 19 september 2006, heeft u vragen gesteld over het vervoer van gevaarlijke stoffen. De vragen heeft u gesteld naar aanleiding van berichtgeving in de PZC.
Daaruit zou blijken dat bestaande rekenmodellen inzake de risico's van vervoer van gevaarlijke stoffen onbetrouwbaar zouden zijn. Allereerst willen wij onze excuses aanbieden voor de vertraagde afhandeling van uw vragen. In antwoord op de door u gestelde en door ons hierna cursief aangegeven vragen, delen wij u het volgende mee.
Is het college het met ons eens dat de veiligheid van de inwoners van Vlissingen voor alles gaat.
De zorg voor de veiligheid en leefbaarheid van de inwoners en gebruikers van onze stad beschouwen wij als een kerntaak van ons bestuur. In die zin stellen wij de voorwaarden en kaders, die noodzakelijk zijn voor een veilige en leefbare woon- en gebruiksomgeving. Daarnaast houden wij toezicht op en handhaven wij de landelijke, regionale en lokale regelgeving, voor zover wij bevoegd zijn. Hoewel wij een optimale veiligheid nastreven, kunnen wij die niet voor 100% garanderen. Wij leven in een intensieve en ingewikkelde samenleving, met een relatief hoge bevolkingsdichtheid en een hoge graad van industrialisatie. Dat brengt risico's voor de veiligheid met zich mee. Doelstelling van de bestaande regelgeving en van ons beleid is, dat risico's worden voorkomen of tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt.
Kan er in Vlissingen nog gebouwd worden binnen de risicocontour die het college nu hanteert, uitgaande van de meest zware scenario's volgens de berekeningen van de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen.
De Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs) voorziet in de bescherming van de openbare veiligheid ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen. Die doelstelling wordt primair bereikt door middel van eisen aan de stoffen, de verpakking, de bouw van de uitrusting van de vervoermiddelen en de vakbekwaamheid van het personeel. De gemeente is ten aanzien van voornoemde onderwerpen niet het bevoegd gezag.
Aanvullend hierop bepaalt de Wvgs dat, ter waarborging van de openbare veiligheid, bij het vervoer van gevaarlijke stoffen de bebouwde kom zoveel mogelijk moeten worden gemeden. Op basis van de Wvgs heeft het gemeentebestuur de bevoegdheid te bepalen, dat routeplichtige stoffen alleen over de daartoe aangewezen routes mogen worden vervoerd. Op deze wijze kunnen wij het vervoer van gevaarlijke stoffen, daar waar dat noodzakelijkerwijs binnen de bebouwde kom toch dient plaats te vinden (denk hierbij aan de bevoorrading van tankstations), laten plaatsvinden over relatief veilige wegen en wegen die verder verwijderd zijn van kwetsbare bestemmingen, zoals woonwijken en natuurgebieden. De in de gemeente Vlissingen toegestane en vrijgegeven route is, na overleg en met instemming van de Stadsgewestelijke Brandweer, door de Raad vastgesteld op 23 augustus 2001.
De aangegeven route vervoer gevaarlijke stoffen Vlissingen heeft geen risicocontour tot gevolg. De aangewezen route heeft uitsluitend betrekking op het vervoer van routeplichtige gevaarlijke stoffen zelf, zonder dat daar gevolgen aan vastzitten voor de omgeving van de route.
Op trajecten waarbij er structureel sprake is van een significant aantal transportbewegingen met gevaarlijke stoffen, kan er rondom de betreffende trajecten sprake zijn van een risicocontour. De circulaire “Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen” hanteert hierbij rekenmodellen waarbij risico's binnen de risicocontour wordt berekend. Deze rekenmodellen zijn door de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen (AGS) beoordeeld.
In de gemeente Vlissingen kennen wij geen transportroutes (weg, spoor, binnenvaartwegen), waarbij, op basis van het aantal transportbewegingen met gevaarlijke stoffen, sprake zou zijn van een risicocontour. Ook de risicocontour van de Westerschelde ligt niet op Vlissings grondgebied. De gemeenteraad is daarover in 2005 uitgebreid geïnformeerd door de commissaris van de Koningin van de provincie Zeeland. Daarbij is ook aangegeven dat de risicocontour Westerschelde permanent onderwerp is van monitoring en onderzoek.
De conclusies van de AGS hebben voor de Vlissingse situatie derhalve geen directe gevolgen.
Gaat het college de aanbevelingen, ondanks de onvolkomenheden in de rekenmodellen van de AGS, volgen. En zo niet, garandeert zij dan nog steeds de veiligheid van haar inwoners.
Zoals wij hiervoor hebben aangegeven hebben de conclusies en aanbevelingen van de AGS uitsluitend betrekking op risicocontouren rondom transportroutes. Dergelijke risicocontouren zijn binnen de gemeente Vlissingen niet aanwezig.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd,
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Vlissingen,
de secretaris,
drs. D. Schipperheijn
de burgemeester,
A. van Dok-van Weele.